Onder de titel “Ze zeggen dat het overgaat” hebben Johan Maes en Evamaria Jansen een boek geschreven over verliesverwerking. Het boek dat je helpt om te gaan met rouw en verlies. Ik lees dit boek voor een cursus over rouw-en verliesbegeleiding die ik volg. Het verheldert, ik leer veel.
Na het overlijden van mijn man, alweer bijna drie jaar geleden, was ik na de initiële verdoofdheid naarstig op zoek naar de f*cking manual. Vertel me nou gewoon even hoe ik dit moet doen, dat rouwen, dan vink ik de checklist af en kan ik weer doorgaan met mijn gewone leven.
Die handleiding hoe te rouwen bestaat niet, heb ik ontdekt. Doorgaan met de oude manier van leven bleek voor mij ook geen optie te zijn. Drie maanden nadat mijn man was overleden besprak ik met mijn zakencompagnons de voorwaarden waaronder ik uit de maatschap kon treden. Twee maanden later zat ik thuis, zonder partner, zonder baan, zonder toekomstperspectief. Een zee van vrije tijd voor me en ruimte om te doen wat ik wilde.
Ik las alles wat ik maar kon vinden over rouw. De dagboeken van lotgenoten, zoals Tranen van liefde van Tim Overdiek en 1001 dagen van rouw van Karin Kuiper. Dat was niet zo’n goed idee want die dagboeken maakten me alleen maar nog verdrietiger. Als je net een paar maanden weduwe bent, wil je niet lezen of horen dat de pijn jaren kan duren.
Ik gooide het over een andere boeg en dook de wetenschappelijke hoek in. Ik had weleens gehoord van Elisabeth Kübler-Ross en verdiepte me in haar theorie over de vijf stadia van verdriet: ontkenning, woede, marchanderen, depressie en aanvaarding. In haar boek Over rouw schrijft zij dat de stadia sinds hun introductie een ontwikkeling hebben doorgemaakt, maar vooral dat zij in de 35 jaar na introductie vaak helemaal verkeerd zijn begrepen. Het is nooit de bedoeling geweest om de chaotische emoties die kunnen opkomen bij verlies, te categoriseren. Het is ook niet zo dat iedereen door die stadia heengaat, of dat de stadia lineair zijn. Kübler-Ross hoopte inzicht te verschaffen in de complexiteit van verdriet, zodat wij goed geïnformeerd kunnen omgaan met het leven en de dood.
Van Manu Keirse (Helpen bij verlies en verdriet, een gids voor het gezin en de hulpverlener) leerde ik dat verdriet normaal gedrag is van normale en evenwichtige mensen. Pijn komt als golven van verdriet en komt allerlei manieren naar buiten. Hij beschrijft in zijn boek de vier rouwtaken die door Worden zijn gedefinieerd:
1. de werkelijkheid onder ogen zien
2. de pijn ervaren
3. je aanpassen aan de wereld zonder je dierbare
4. een nieuwe plaats geven aan de overledene en opnieuw leren houden van het leven
Verlies en de verwerking ervan is een persoonlijk en uniek proces. Wij verwerken ons verlies allemaal op onze heel eigen wijze. De pogingen van Kübler-Ross en Worden om de verliesverwerking te vatten in een proces met verschillende stadia of fasen is heel nobel, maar wekken wel verwarring. Wat als ik niet alle emoties ervaar, wat als de aanpassing aan de veranderde omstandigheden mij niet goed afgaat, wat als ik niet opnieuw leer houden van het leven?
In de donkerste dagen van je verdriet is het moeilijk om jezelf voor te houden dat ook dit weer overgaat, zoals ik dat in de Boeddhistische lessen had geleerd. Leven in het hier en nu klinkt mooi en lekker zen, maar als dat hier en nu mij pijn doet, wat biedt dat mij dan nog?
Maes en Jansen zeggen in hun boek dat het universele en uniforme rouwproces niet bestaat. Rouwen is uniek in kleur, intensiteit, verloop, duur betekenis en uitingsvorm.
Dat doet me deugd, want ik heb steeds behoefte om kleurrijk te rouwen en heb daarvoor best gevoelens van schaamte gekend, ik heb gemerkt dat mensen mij niet begrijpen, en ik heb verwijten gekregen dat ik niet verdrietig genoeg ben.
Zij leggen uit dat rouwen niet loslaten is, maar dat het juist gaat om je op persoonlijke wijze te verbinden met de overledene. Rouwen kan een mogelijkheid zijn tot groei en transformatie.
We leren onze kwetsbaarheid kennen en onze veerkracht. Het is een tijd waarin we onszelf op een andere manier leren kennen, onszelf opnieuw uitvinden en we nieuwe betekenissen vinden in het leven. Maar, zeg ik er dan direct bij, ook dit is heel persoonlijk, en het kan lang duren voordat je deze inzichten gaat ervaren. En tot die tijd heb je het gewoon vrij zwaar, en ervaar je veel pijn en verdriet.
Mijn meditatie-beoefening is mijn levensredder geweest in tijden van verdriet en rauwe pijn.
Dat ik in staat kon zijn om simpelweg aanwezig te blijven bij de pijnlijke gevoelens heeft me veel geholpen. Meditatie geeft ontspanning, het kalmeert het zenuwstelsel zodat de kans op een goede nachtrust toeneemt en dat is heel belangrijk in tijden van grote stress. De fysieke yoga voelt als een veilige haven waar ik steeds naar kan terugkeren. Door het lichaam in zachtheid in beweging te brengen, voel ik waar in mijn lijf de blokkades zijn, waar ik mezelf onbedoeld vastzet, en kan ik daar de energie weer op gang brengen.
Rouwen doe je met je lichaam, met je voelen, denken en handelen, aldus Maes en Jansen. Daarom is het goed om naar je lichaam te luisteren en goed voor jezelf te zorgen, zodat je voldoende weerstand hebt om te herstellen. Koester jezelf, je lichaam en je behoefte aan aandacht, zorg, erkenning, warmte, troost en heling.